Tractoren Geschiedenis

Trekkerfabrikant Lombardini: motoren waren beste keuze

De Lombardini TL 30 was niet de meest succesvolle trekker van Lombardini, die eer was namelijk weggelegd voor de kleine Castoro. Toch was de TL 30 een opvallende trekker. Hij koppelde een mooie lijn aan robuustheid, simpliciteit en functionaliteit. Van deze trekker werden amper 150 exemplaren gebouwd waardoor hij nu door veel verzamelaars gegeerd is. Toch ligt de marktwaarde van deze trekker niet erg hoog. William Dozza, expert op het gebied van Italiaanse historische trekkers schat de waarde op amper 1.500 tot 2.000 euro. Erg weinig voor een zeldzaam exemplaar zeker in vergelijking met sommige buitenlandse trekkers. Lombardini is dan ook niet zo goed bekend als trekkerfabrikant, toch kunnen we het bedrijf bij de top 5 rekenen die in de jaren dertig aan de wieg hebben gestaan van de Italiaanse landbouwmechanisatie.

 

Lombardini en Slanzi

 

Het verhaal van Lombardini begint in 1924 in het dorp Novellara wanneer Adelmo Lombardini en zijn boezemvriend Pietro Slanzi besluiten om motoren te gaan bouwen. Na een samenwerking van zeven jaar besluiten de twee clans hun eigen weg te gaan. Slanzi zet de motorenproductie verder terwijl Lombardini algemeen vertegenwoordiger wordt voor Slanzi in centraal- Zuid-Italië. Daarvoor verhuist hij naar de provinciehoofdplaats Reggio Emilia een 20-tal kilometer verderop. Twee jaar later krijgt Lombardini de microbe opnieuw te pakken en besluit hij opnieuw motoren te gaan bouwen. Wat volgt zijn enkele moeilijke jaren met weinig middelen maar rijk aan ervaring en inventiviteit. De economische situatie en het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog deden zowel het bedrijf als Italië bijna de das om. Onmiddellijk na de oorlog overspoelen de ‘carioca’s’ het land. Het waren ‘ambachtelijke’ trekkers, gemotoriseerde ‘kruiwagens’ die vooral gebouwd werden uit recuperatiemateriaal van het leger zoals jeeps en lichte vrachtwagens, nieuw of gebruikt deed er niet toe. Wat telde was dat men met deze ambachtelijk gebouwde trekkertjes kon werken maar vooral dat ze goedkoop waren. Geïnspireerd door dat succes besluit Lombardini om een eigen trekker te gaan bouwen. In 1951wordt de kleine rupstrekker TL 8 geïntroduceerd, een klein trekkertje dat met de hand moest aangezwengeld worden.

Amper een jaar later volgen de wieltrekkers TL 30 en TL 40. In 1953 wordt de Castoro rupstrekker op de landbouwbeurs van Turijn voorgesteld. Deze rupstrekker, heeft net als de wieltrekkers, een ‘hoekig’ uiterlijk maar als hij midden jaren vijftig echt op de markt komt, hebben de strakke lijnen plaats gemaakt voor mooie rondingen. In dezelfde periode worden ook de TL 22 en TL25 geïntroduceerd die net als de rupstrekker opvallen door hun mooie lijn en niervormig radiatorrooster. De volgende jaren wordt de Castoro nog enkele malen gemoderniseerd en wordt hij ook in diverse motorische uitvoeringen aangeboden. Het is dan ook met voorsprong de enige Lombardini trekker die behoorlijk werd verkocht. Als de jaren voorbij gaan en het grote succes uitblijft, gaat Lombardini zich opnieuw op de motorenbouw concentreren. Met dat doel wordt ook de motorenproductie van zijn vroegere vriend Slanzi overgenomen en even later ook die andere Italiaanse motorenfabrikant Ruggeri. In 1999 verkoopt de familie Lombardini de hele onderneming aan het Amerikaanse Mark IV Industries, een grote speler op de markt van onderdelen voor de auto-industrie en transport. Lombardini paste echter niet goed in de structuur van de holding BC Partners die Mark IV controleerde. In 2007 werd Lombardini overgenomen door Kohler Co, een grote speler op het gebied van lucht- en watergekoelde benzinemotoren en generatoren. De Italiaanse Lombardini fabriek is onder hun leiding uitgegroeid tot één van de grootste Europese motorenfabrikanten. Kohler levert wereldwijd motoren –zowel benzine –als dieselmotoren- aan de meeste grasmaaier- en tuinbouwmachinefabrikanten.

 

De TL 30, een opvallende trekker

 

“Ik wil een zuinige trekker gaan bouwen die nooit in panne staat en even onverslijtbaar is als onze motoren”. Zo liet Adelmo Lombardini in 1950 weten aan een klein kringetje van naaste medewerkers. Lombardini had dan al een bijna dertigjarige ervaring op het gebied van motorenbouw want in 1933 had hij zijn aandelen in het vroegere bedrijf in Novellara aan Slanzi verkocht om dan opnieuw vanaf nul te beginnen. In zijn nieuwe woonplaats begon hij aan de ontwikkeling van een motor volgens zijn ideeën, een multifunctionele motor maar dan vooral geschikt voor landbouwtoepassingen. Met eigen ogen had hij gezien dat er in Italië een tiental constructeurs waren die een groot gamma tractoren aanboden die eigenlijk niemand konden tevreden stellen. Toen het besluit genomen was om een trekker te bouwen werden er een aantal ontwerpen op papier gezet waarvan er uiteindelijk twee werden weerhouden. Het eerste resultaat in 1951 was de kleine rupstrekker TL 8 met een vermogen van 8 pk gesneden op maat van de kleine Italiaanse boer maar ook ideaal voor groentetelers en wijnboeren. Met de trekker mikte Lombardini eveneens op de Franse markt waar de vraag naar dit type

trekkers groot en het aanbod klein was. Het tweede project was ambitieuzer en viseerde vooral de grotere boeren en kleine loonbedrijven. In die periode was er nog geen enkele Italiaanse fabrikant die een dieseltrekker van 25 pk of meer aanbood met uitzondering van de gloeikoptrekkers van Landini. De gloeikopmotor had toen echter al het pleit verloren tegen de echte diesels van vooral Duitse makelij. Lombardini zag hier zijn kans, het bedrijf bouwde al degelijke dieselmotoren waarvan er reeds duizenden in gebruik waren. Ze hadden echter nog geen liggende een- of tweecilinder dieselmotor die boven de buitenlandse concurrentie uitstak. Uit de kleine bestaande LDO (Lombardini Diesel Orizontale) met een vermogen tot 20 pk werd de LDOR 108/2 ontwikkeld. Deze tweecilinder viertaktdieselmotor had een continu vermogen van 25 pk en een maximaal vermogen van 30 pk bij 1600 t/min. Voor een dieselmotor uit die periode was hij vrij stil en ook het verbruik lag met 200 gr per draaiuur een stuk lager dan bij de gloeikoppers. De TL 30 was in 1952 het eerste model waar de nieuwe motor werd ingebouwd. Het half- chassis bestond uit een wieg met daarin de motor en waaraan het blok met de transmissie en differentieel waren bevestigd. Het geheel werd in onderaanneming door het bedrijf Cogne in Imola geassembleerd. De brandstofpomp en de injectoren waren van Bosch. De trekker had ook een elektrisch startsysteem op 24 V en een starter voor extreme omstandigheden. Bij de eerste TL 30 trekkers zaten de koelwaterradiator en waterpomp vooraan maar die werden bij de latere modellen achter de motor geplaatst. De trekker was ook uitgerust met een oliekoeler met een inhoud van 20 liter en dat was zeer zeldzaam voor een trekker uit die periode. De versnellingsbak had 4 versnellingen vooruit en 1 achteruit en een topsnelheid van 14 km/u. In optie waren o.a. ijzeren wielen, hydraulische driepuntshef, riemschijf en aftakas verkrijgbaar. De Lombardini had echter af te rekenen met zware concurrentie van Same, Lamborghini en Steyr die net hun nieuwe dieselmodellen hadden geïntroduceerd en waarvan sommigen zelfs goedkoper waren. De trekkerproductie bleef de volgende jaren dan ook zeer beperkt. Bovendien waren er steeds meer trekkerfabrikanten die hun motoren, vooral de diesels van de nieuwe generatie, elders aankochten. Tot midden jaren vijftig werden namelijk nog veel dieselmotoren gebouwd die hun oorsprong hadden in de vooroorlogse jaren. In de wedloop naar vernieuwing bleef ook Lombardini niet bij de pakken zitten en kon het bedrijf op korte termijn een gamma moderne water- en luchtgekoelde motoren aanbieden van 7 tot 70 pk. De Italiaanse trekkerfabrikanten hadden het er echter moeilijk mee dat een fabrikant die hen motoren kwam aansmeren hen ook nog eens rechtstreeks concurrentie aandeed met eigen tractoren. Lombardini had dat uiteindelijk ook gesnapt en besloot daarop korte tijd later de toch al stagnerende productie van de TL 30 en TL 40, stop te zetten zonder al te veel schokgolven te veroorzaken. De productie van de kleine Castoro, erg populair in Italië, werd nog een tijd verder gezet. De trekkerbouw werd pas definitief beëindigd aan het einde van de jaren zestig. Vanaf dan is Lombardini zich volledig op de motorenbouw gaan concentreren en dat heeft hen geen windeieren gelegd!

Gerelateerd

Tags

Delen

  • Recent
  • Popular
  • Tag
  • Het korte bestaan van de GéDé tractor

    Het korte bestaan van de GéDé tractor

    0 Comments

    Nederlandse trekkermerken, je kan er waarschijnlijk niet direct een noemen maar ze hebben wel degelijk bestaan. In de eerste plaats denken we dan vooral aan Brons en GéDé die toch behoorlijk wat trekk...
  • Ford TW: Europeaan met Amerikaanse roots

    Ford TW: Europeaan met Amerikaanse roots

    0 Comments

    Ford TW: Europeaan met Amerikaanse roots *Tekst: Jan Ebinger,  Beeld: Jan Ebinger & Maarten Martens & Davy Tandt In 1979 lanceert Ford Motor Company tijdens de Sima de TW-serie. De d...
  • Geschiedenis van PZ Geldrop

    Geschiedenis van PZ Geldrop

    0 Comments

    Het was in 1937 ten tijde van de economische crisis dat Piet Zweegers van baron Van Tuyll van Serooskerken 5000 gulden leende om zich uit te kunnen kopen bij het noodlijdende GELRIA; Genoemd naar Geld...
  • Chamberlain, een tractorfabrikant  uit  Australië

    Chamberlain, een tractorfabrikant uit Australië

    0 Comments

    Een klein vraagje: wat  is het resultaat als men een Chamberlain ‘Champion MK II’ uit 1960 en een Fiat 50 rupstrekker uit 1950  sloopt en vakkundig samengevoegd tot é&eacu...