Nieuws
22 september 2023

Oldtimer Happening tijdens de Werktuigendagen Oudenaarde

Tekst en Beeld : Tim De Coster Landbouwleven 

Tijdens de Werktuigendagen

Ook schitterende oude tractoren te bewonderen

Het oldtimergebeuren is uitgegroeid tot het grootste deelevenement tijdens de Werktuigendagen in Oudenaarde. Er waren heel wat historische pareltjes te bewonderen.

Zo’n 365 historische machines van voor 1980 waren voor de beurs aangemeld. Hieronder bevonden er zich ruim 30 Steyrs. De organisatie had er immers voor gekozen om tijdens deze editie de Belgium Oldtimer Tractoren Award (BOTA) uit te reiken aan dit Oostenrijkse merk.

Op zaterdag 25 september maakten deze tractoren een tocht over het terrein van de Werktuigendagen en deden daarbij de stand van Steyr-verdeler ‘The Ponderosa’ aan. Ze werden er getrakteerd op een drankje en verwelkomd door Marnix Van Parys en zijn zonen Peter en Bart. Dit zijn respectievelijk de 2de en 3de generatie zaakvoerders van The Ponderosa. Marnixs ouders startten in 1955 met de verdeling van Steyr- en Zetor-tractoren in Nazareth. In 1992 kwam hij in de zaak bij, die recent naar Deinze verhuisde.

 

BOTA voor Steyr 185 a

De jury achter de BOTA-award diende in zijn quotering het bouwjaar mee te nemen, maar ook hoe geslaagd de restauratie is, evenals de aanwezigheid van originele onderdelen en de zeldzaamheid van het model.

Paul Hove uit Oudenaarde eindigde met zijn Steyr 185a van bouwjaar 1958 op het hoogste schavot bij de BOTA. Tijdens de prijsuitreiking gaf hij ons aan dat de tractor de week voordien volop is klaargemaakt om ermee naar de Werktuigendagen af te zakken. Paul had de tractor al mechanisch in orde, maar ‘s zaterdags is de tractor pas geschilderd. Hij riep hiervoor de hulp in van bevriend carrossier Erik De Bock, die heel wat ervaring heeft als professioneel koetswerkhersteller. Hij gebruikte dan ook de nodige technieken en kwalitatieve producten. Zo is er epoxyverf aangewend om de Steyr 185a van Paul terug te doen stralen, nadat deze eerder was gezandstraald alvorens een grondlaag en kleurlaag te krijgen. Vervolgens had Paul net nog voldoende tijd om het geheel terug te monteren en om de nodige elektrische installatie aan te brengen.

De voornoemde 185a is Steyr beginnen bouwen vanaf 1958 en is de opvolger van de 185, die in 1955 het levenslicht zag. Een van de wijzigingen tussen beide modellen is de verhoging van het vermogen van 45 naar 55 pk.

 

BOTA-laureaten

Waar de voornoemde Steyr een driecilinder is, is de 280 een viercilinder. Marc Claerebout had hiervan een exemplaar uit 1952 meegenomen naar de Werktuigendagen en eindigde tweede in de BOTA-rangschikking. Op plaats 3 stond Luc Van De Kerkhove, met een Steyr 180, een zogenaamde kikker, uit 1951.

Jaak Vannevel mocht plaats 4 en 5 innemen, met respectievelijk een Steyr 80 en 180a. Op plaats 6 komen komen we Tim Vispoel tegen, ook met een Steyr 180a. Irené De Muyt bekleedde plaats 7 en 8 met een opmerkelijke combinatie, bestaande uit een Steyr 180 en een getrokken Steyr-compressor. De top 10 werd verder vervolledigd door 2 tractoren van Herman Humblet (Chico), een 185a en een 180, waarmee voor de gelegenheid zijn kameraad Jean Vignero reed.

Ochsner-compressor

De hierboven vernoemde Steyr-compressoren komen we niet vaak tegen. Dat is logisch, gezien de productie-aantallen beperkt waren. Steyr gebruikte hiervoor zijn eigen motoren en werkte voor de luchtdrukcompressor samen met Ochsner. Deze fabrikant bevond zich in Linz (Oostenrijk) op een goed half uurtje rijden van Steyr. Ze werkten meerdere modellen uit, maar allen met beperkte oplage. De voornaamste klanten waren het leger en de wegenbouw.

Naast de getrokken exemplaren bouwde Ochsner ook Steyr-tractoren om tot ‘zelfrijdende’ compressors. Kenmerkend hieraan waren de grote persluchttanks die ze hadden opgebouwd. De luchtdrukcompressor werd rechtstreeks door de krukas van de tractor aangedreven. Ook hiervan werden meerdere types uitgewerkt. Als typeaanduiding kregen deze ‘TK’ mee, wat staat voor Traktor Kompressor. Zowel de zelfrijdende als de getrokken compressors kregen een typerende gele kleur mee.

 

Perfecte restauratie

Ook enkele John Deere-bezitters vielen in de prijzen door een last minute initiatief. De juryleden van de BOTA werd nog gevraagd om 3 opvallende John Deere’s op het oldtimerterrein te bekronen. De eerste prijs ging hier naar Kris De Vos uit Affligem. Eerder had tijdens het oldtimerdefilé levende tractorencyclopedie Piet Verschelde zijn John Deere-model 40 uit 1955 nog de ‘perfecte’ restauratie genoemd. Op plaats 2 eindigde Stefaan Saelens, met een John Deere 920 uit 1968. Tim Vispoel, die eerder bij Steyr in de prijzen viel, mocht dit eens overdoen met een John Deere 510 van bouwjaar 1966.

 

Oudste deelnemer

Lieven Van den Doorn uit Brakel mocht 2 prijzen in ontvangst nemen omwille van het feit dat hij tijdens de Werktuigendagen aanwezig was met de oudste stationaire motor én de oudste tractor op het beursterrein. De stationaire motor was een Bradford type 2 1/2 PK van 1912. De tractor is 5 jaar jonger en dus van 1917. Het betreft een IHC 10-20.

Ons viel op het oldtimerterrein van de Werktuigendagen nog een machine op, namelijk een aardappelrooier die in 1948 gebouwd is in de Verenigde Staten. Vader en zoon Martens uit Deinze waren ermee aanwezig. Het gaat hier om een eenrijige aardappelrooier die door een paard getrokken wordt. Omdat deze uiteraard niet over een aftakas beschikt, is er op de rooier een stationaire motor gebouwd voor de aandrijving van de rooimatten en -kettingen. De benzinemotor, die door de eigenaar met een startkoord vlot in werking werd getrokken, was er een van fabrikant Bernard, type 110, gebouwd in Frankrijk en via invoerder Simai in Brussel bij ons verdeeld. Simai is een Franstalige afkorting van Société d'Importation de Matériel Agricole et Industriel. We kunnen nog meegeven dat de aardappelen achteraan de rooier in zakken worden opgevangen.

 

Stotz Diesel

Even buiten het oldtimerterrein, op de stand van Merlo-invoerder De Lille, vonden we nog een prachtig gerestaureerde tractor terug, een Stotz Diesel. Merlo-invoerder De Lille heeft een unieke band met de Stotz Diesel- tractor. De grootvader van de huidige generatie zaakvoerders van De Lille (Stijn en Maaike) is immers de ontwerper van de Stotz Diesel. Jozef De Lille werd begin jaren 50 verdeler van Steyr- en Zetor-tractoren. In 1954 beslist hij om samen met zijn zonen, naast de verkoop van voornoemde merken, ook een eigen trekker te bouwen. Het is 1 van zijn 3 zonen, namelijk Allenbroer De Lille, die halverwege de jaren 80 gestart is met de import van Merlo.

Als merknaam koos vader Jozef De Lille voor het Duits klinkende ‘Stotz’, want toen stond alles wat uit Duitsland kwam garant voor degelijkheid. Deutz was de motorleverancier en Hürth leverde de achterbruggen en transmissies. Slabbinck uit Sint-Michiels-Brugge stond in voor het plaatwerk. De Lille maakte zelf een mal om het logo te gieten met aluminium dat ze recycleerden uit Amerikaanse auto’s.

Er waren 2 types Stotz-tractoren: eentje met 24 pk en eentje met 26 pk. De komst van modernere en goedkopere tractoren luidde in 1959 definitief het einde in voor de Stotz-trekkers, waarvan er een 60-tal werden gemaakt.

 

Ploegers

Op zondag werd er een wedstrijd oldtimerploegen georganiseerd. In de categorie ‘rondgaand hef’ werd Frans Das de winnaar, gevolgd door Tom Smaling en Johan Standaert.

In de categorie ‘rondgaand wiel’ stond Piet Van Kemenade op de eerste plaats en Firmin De Vos op de tweede plaats.

Gilbert Bulcke stond dan weer op de eerste plaats in de reeks ‘heen en weer wentel met geer’, gevolgd door Maarten Danckaert en Luc Goethals.

Robbe Vanderstraeten haalde de eerste plaats in de reeks heen en weer parallelploegen.

Voor de volledigheid kunnen we nog meegeven dat er op de Werktuigendagen geen hooibouwdemo is doorgegaan wegens een gebrek aan inschrijvingen hiervoor. Wel heeft gedurende het weekend Kristof Verhelst uit Elsegem een demo graan pletten verzorgd. Hij had hiervoor zijn Lanz 2416 uit 1957 meegebracht, die een Henry Bamford Rapid Mill uit 1919 aandreef.

Tim Decoster

Gerelateerd